Morgen moet ik naar een afspraak die ik eigenlijk echt niet zie zitten. Vorige keer dat ik dit soort afspraak had ben ik compleet geblokkeerd. Ik heb toen netjes om hulp gevraagd die ik niet kreeg. Nadien heb ik klacht ingediend bij de ombudsman. Niet mijn meest fijne dag. De recuperatietijd achteraf was weken. Morgen moet het dus opnieuw.
Vorige keer lijkt een eeuwigheid geleden. Ondertussen heb ik mezelf een heel eind beter leren kennen. Het plan van aanpak ligt klaar.
De hulp die ik vorige keer vroeg was of er iemand met mij in de wachtzaal kon wachten. De meest nare plek in organisaties/ziekenhuizen/… . Ook dit zal deze keer niet gebeuren. Ik zal alleen zijn en dat boezemt me angst in. Zoals gebruikelijk heb ik een plan A en een plan B klaarliggen.
Plan A: buiten wachten als het niet regent en als de secretaresse zo vriendelijk wil zijn om me te verwittigen als het mijn beurt is.
Plan B: Het meest comfortabel voor mij is dat ik op de grond in een hoekje mag gaan zitten en er iemand een halve meter naast me komt zitten. Er zijn twee problemen met dit plan. Er is helemaal niemand die met me meegaat. En op de grond gaan zitten is niet het sociaal wenselijke gedrag. Ik neem mezelf voor een stoel te gebruiken als er anderen aanwezig zijn. Doch wanneer ik alleen in de wachtzaal zou zitten en het me er mentaal doorheen helpt dan ga ik gebruik maken van die vloer. Dat is een vrijheid die ik momenteel inbouw.
Verder zorg ik ervoor dat mijn anti-overprikkel-rugzak meegaat. Een noise cancelling hoofdtelefoon, een dobbelsteen om te stimmen, handschoenen en een sjaal tegen de kou, pen en papier, … alles wat ik nodig heb om te overleven. De juiste kledij ligt al klaar: cozy, warm en aangenaam voelend maar tegelijk ook fatsoenlijk genoeg om in gezien te worden.
Ik voorzie thee en water zodat ik nadien iets kan drinken om tot rust te komen. Mijn man haalt de dochter op van school zodat ik tijd heb om eventueel nog even te wandelen, te mediteren, … alvorens terug de wereld in te stappen. En een geluk bij een ongeluk: ‘s avonds is het meditatieavond. Kan niet anders dan dat daar alles weer op zijn plaats valt.
Het besef dat ik deze dingen zo moet voorbereiden. Dat dit me dagen energie kost. Dat is geen fijn gevoel. Botsen op dingen die de meeste mensen gewoon mee doornemen. Hier voel ik héél duidelijk dat ik autisme heb.
Maar hier voel ik ook dat ik een krachtige vrouw ben. Ik leer uit het verleden. Ik pas me aan. Ik bereid voor, ik plan en ik zorg dat ik er deze keer wel degelijk deftig door geraak. Ik vraag hulp waar nodig. Ik zeur tegen vrienden omdat dit me helpt. Ik zoek en vind de energie om alles te doen wat nodig is om elke keer weer dit soort moeilijkheden het hoofd te bieden.
En zoals altijd: ook dit komt goed.
Nog geen commentaren