Ik las onlangs het boek: de moed van imperfectie van de auteur Brené Brown. Ik citeer de achterkant:

Brené Brown moedigt op haar eerlijke, warme en grappige manier de lezer aan om perfectionisme te laten varen, stress als levensstijl los te laten, te vertrouwen op intuïtie, en creativiteit de ruimte te geven.


Op basis van haar jarenlange onderzoek kwam ze tot tien stellingen over een ‘bezield leven’: leven vanuit het gevoel dat je de moeite waard bent. Ze beschrijft hoe compassie, moed en verbondenheid een belangrijke plek in je leven kunnen krijgen. De moed van imperfectie gaat over de levenslange reis van ‘Wat zullen anderen wel niet denken?’ naar ‘Ik ben goed genoeg’.

Het boek voelde voor mij als thuiskomen. Zó herkenbaar!

We leven in een maatschappij waar je zo normaal mogelijk moet meedraaien en waar buitenbeentjes niet getolereerd worden. Buitenbeentjes, dan bedoel ik iedereen die zich wat anders voelt, of er anders uitziet, of wat extra zorg nodig heeft. Het lijkt alsof de wereld, net zoals de industrie, een lopende band geworden is. Je moet een normaal leven leiden en iedereen die niet goed past wordt aangespoord om zich aan te passen en indien defect in de doos onvoldoende geworpen. Alsof je een vierkant koekje moet zijn. Als jij liever rond bent dan heb je dikke pech.

Zo voelde ik mij eigenlijk mijn hele leven. Hoewel ik niet goed wist waarom, ik bleef botsten met de wereld rondom mij. Altijd kreeg ik met heel veel liefde aangeleerd hoe ik me moest gedragen, wat ik anders moest doen, wat ik moest aanpassen en hoorde vooral dat ik niet goed genoeg was. Elke keer ik mezelf liet zien kreeg ik het deksel op de neus. Gedrag niet gewenst – aanpassen.

Zo ben ik bijvoorbeeld iemand die leeft op de kracht van mijn emoties, intuïtie, kwetsbaarheid. Ik praat openlijk over hoe ik mij voel, wat ik nodig heb. Dit praten is net datgene wat mij energie, kracht en geluk geeft. Alleen is dit in de wereld taboe. Emoties, kwetsbaarheid en echtheid worden zoveel mogelijk onder de mat geveegd, genegeerd en als defect beschouwd. Het is blijkbaar een teken van zwakte en kan tegen me gebruikt worden. Inslikken die gevoelens, niets over zeggen en aanpassen aan een wereld waar dit niet getolereerd wordt.

Feestjes zijn leuk. Je kan er als kind spelen, praten, je uitleven, …. Niemand die er ook maar eens bij stilstaat dat feestjes misschien te luid, te druk, te intens, te dichtbij mijn persoonlijke ruimte zijn. Voor de duidelijkheid: feestjes zijn NIET leuk, het is een verplicht nummertje dat weken energie vreet. Maar daar is in de huidige maatschappij geen ruimte voor. Met collega’s ‘gezellig’ iets gaan eten of drinken. Wat langer blijven hangen na een vergadering om te socialiseren. Een verjaardagsfeestje of Kerstfeestje. Het hoort er gewoon bij en durf niet te zeggen dat dit niet leuk is. Taboe!

Laten we dan nog maar even zwijgen over het feit dat je niet mag aangeven dat je niet helemaal ‘gewoon’ heteroseksueel bent. Dat je best wel gevoelens kan ontwikkelen voor vrouwen. Als je dat als puber durft zeggen krijg je het deksel niet alleen op de neus, je krijgt de opdracht om dit in te slikken en nooit of te nimmer nog te herhalen. Dankjewel, dat was weer duidelijk: taboe!

Ik kan waarschijnlijk eindeloos onderwerpen blijven aanhalen. Maar de het idee is duidelijk. Ik ben dat ronde koekje dat niet goed genoeg is voor deze wereld. Toen mijn zoon geboren werd kreeg ik er nog een lading PTSD bovenop. Mijn verleden van seksueel misbruik stak met volle kracht zijn kop naar boven en zorgde voor een inzinking. Ik startte in 2007 met therapie. In 2016 vertelde de psychiater en psychologe me dat ik herstelt was van de PTSD, het misbruik een plaats heeft gekregen in mijn hoofd en voldoende verwerkt is (voor zover dat natuurlijk mogelijk is). MAAR dat het overduidelijk was dat er nog iets speelde. Ik werd doorverwezen voor diagnose testing autisme.

Halverwege 2017 viel dan de diagnose: autisme spectrum stoornis.

Ik begon psycho-educatie, auticoach die me hielp (en nog altijd helpt), leerde veel en daardoor vielen zoveel puzzelstukjes op zijn plaats. Ik snapte eindelijk waarom ik me een ronde koek voel. Ik ervaar de wereld op een andere manier. Hierdoor reageer ik natuurlijk ook anders. En het halen van die ‘normale vierkante koek’ is onmogelijk.

Stilaan startte ik de lange weg naar openbloeien als mezelf. Ik leerde eerst mezelf aanvaarden. Ik ben goed genoeg zoals ik ben – zelfs als de wereld, mensen rondom me en familie daar anders over denken. Ik mag gewoon mezelf zijn.

Ik ben beginnen inzetten op mijn emotionele, kwetsbare, open manier van leven. En ja, er zijn mensen die dit als problematisch ervaren. Praten over wat er echt leeft is niet evident. Weigeren om dingen onder te mat te vegen en ‘gewoon’ verder te doen dat zorgt bij sommige voor gevoelens, herinneringen, … die men liever vergeet. Geconfronteerd worden met emoties is niet evident, maar het is mijn manier. Vele deuren zijn hierdoor opengegaan, sommige sloten zich.

Ten gevolge mijn diagnose ben ik ook gaan inzetten op twee luiken. Wat kan ik veranderen om mij toch aan te passen aan wat de wereld wil (die vierkante koek)? En waar kan de wereld zich aanpassen om mij mezelf te laten zijn (die ronde koek)? Het is een tweeluik dat bij momenten goed werkt. Daar waar openheid, begrip en inclusiviteit mogelijk zijn, is er best wel plaats om aan deze dingen te werken. Daar waar dit taboe was zijn er deuren gesloten.

Ik ben in contact gekomen met Aut & Out. Een organisatie voor en door LGBTQIA+ volwassenen met autisme. Mensen die me naast mijn weg inzake autisme ook bijstonden in mijn zoektocht naar wie ik ben op seksueel, romantisch vlak.

Laat het ineens ook duidelijk zijn: ik hou van mijn man. Dat verandert niet door deze zoektocht. Het is eerder meer eerlijk worden naar jezelf. Ik heb altijd geweten dat ik evengoed bij een vrouw had kunnen terechtkomen. En mijn man is hier van op de hoogte. Maar we vonden elkaar en zijn samen gelukkig.

Ik ben in contact gekomen met vele mensen die mij ondersteunde. Die hielpen mijn weg te ploegen. Ik heb zwarte momenten gekend waarin alleen heel erg duidelijk werd dat enkel vierkante koeken welkom waren. Ik heb zalige momenten gekend waarbij ik andere ronde koeken tegenkwam. Het leven was een rollercoaster van up’s and down’s.

Maar vooral heb ik geleerd dat ik genoeg ben. Dat ik mezelf mag zijn. En dat er in deze wereld een kleine opening is voor ronde koeken om te leven. Dat er wel degelijk mensen zijn waarbij het er niet toe doet welke soort koek je bent: rond, vierkant, ovaal, geel, bruin, groen, rood of paars. Elke koek mag gewoon zichzelf zijn.

Niet alleen heb ik geleerd dat ik gewoon ik mag zijn. Ondertussen begeleid ik anderen in ditzelfde proces. Ik probeer begrip inzake autisme te verspreiden. Ik probeer begrip inzake gender/seksualiteit te verspreiden. Ik probeer iemand te zijn waar iedereen met haar/zijn/hen kwetsbaarheid terechtkan.

Ik moest eind de dertig jaar worden alvorens ik durfde gewoon mezelf te zijn. Alvorens ik durfde opkomen voor mezelf. Alvorens ik durfde te zeggen: ik verander niet in een vierkante koek. Wil je me niet als ronde koek, fijn, dan eindigt het verhaal voor ons.

Ik moest eind de dertig jaar zijn alvorens ik durfde leven zoals ik ben. En nu ik dit doe kan ik in alle eerlijkheid zeggen: ik leef eerlijk, ik leef echt, ik leef gepassioneerd en ik ben gelukkig. Ik leef een ‘bezield leven’.