Iedere schooljaar weer moeten mijn kinderen in september vertellen over het leven thuis. Een leerkracht weet graag welk vlees ze in de kuip hebben en de thuissituatie vertelt nu eenmaal veel. Het leven zoals het is bij ons thuis, zoals de kinderen op school vertellen.

  • In het vijfde leerjaar vertelde zoonlief dat ik (zijn mama) jaren geleden nog in de gevangenis had gezeten. Toen hij dit ‘s avonds aan mij vertelde vroeg ik of hij gezegd had ‘gezeten’ of ‘gewerkt’. Hij begreep het verschil niet en was er zeker van dat hij gezeten gezegd had. Waar doe ik nu moeilijk over, dat is toch helemaal hetzelfde! Fijne eerste indruk naar de leerkracht toe.
  • Dit schooljaar was een eind beter. De leerkracht vroeg wat de dingen zijn die je het fijnst vindt aan je ouders. Q vertelde met enige trots dat hij het fantastisch vindt dat zijn mama een gamer is. Oh wat had ik graag de blik van die leerkracht gezien.
    Vorig jaar vertelde hij trouwens hetzelfde met onvoorziene gevolgen. Een klasgenoot had thuis tegen zijn moeder gezegd dat ze ook zo een coole mama wilde. Eentje die hen begreep net zoals ik.
  • Dochterlief deed het dit jaar ook fantastisch. Ze vertelde dat ik ooit nog als politieagente gewerkt had. Toen ik haar vroeg waar ze dit vandaag haalde was het antwoord: ‘jij hebt toch nog in de gevangenis gewerkt. Daar werken toch alleen maar politieagenten.’ Tja, ik ben dus in een ver verleden nog politieagent geweest, zo blijkt. En ik die dacht dat ik er werkte als maatschappelijk werker op de sociale dienst. 🙂

De waarheid komt uit een kindermond. Maar ik zou deze waarheid toch maar met de nodige korrels zout nemen.