Mijn meditatiekussen is de plek om mijn blik naar mezelf te brengen. Het is een moment van bezinning, van opmerken en loslaten. Wanneer ik op mijn kussen zit, dan concentreer ik me op mijn ademhaling. Maar steeds weer dwalen mijn gedachten af naar de dingen des levens. Ik merk op wat me bezighoud. Opmerken, niet oordelen. Alles mag er zijn en mag passeren. En daarna laat ik het los en focus ik mezelf weer op mijn ademhaling.
Deze manier van zitten heeft mij al veel levenswijsheid gebracht. Het laat mij zien waar ik mee bezig ben, zonder erdoor van slag te raken. Of om het te zeggen zoals ik het leerde: het is een middenweg tussen negeren en erdoor overspoeld raken.
Vandaag kwam er iets voorbij dat ik niet verwachtte. Iedereen die mijn blogs leest weet dat ik niet hou van handen schudden of de verplichtte knuffels op een feestje. Het is een van mijn stokpaardjes geworden. Zoveel mensen gaan over mijn grenzen door gewoon aan te nemen dat handen geven oké is. Het is immers normaal in de samenleving waarin we leven. Dat iemand daar moeite mee kan hebben, daar denkt niemand aan. Al jaren vraag ik hiervoor aandacht.
Het is een zwart-wit denken. De wereld vindt het normaal, ik heb het niet graag. En om me af te zetten tegen een wereld die mijn grenzen niet respecteert, ben ik nog veel zwart-witter gaan denken. Ik wil geen handen, ik wil geen knuffels! Blijf van mijn lijf!
En vandaag op mijn meditatiekussen merkte ik op dat ik knuffels mis. In deze tijde van ‘niet’ lockdown is sociaal contact erg beperkt en het meeste online. Geen handjes schudden, geen knuffels, geen schouderklopjes, geen aanrakingen over heel de lijn. En ergens begin ik dat toch wel te missen.
Niet dat ik nu ineens een voorstander ben van die verplichte handjes en knuffels. Aub, als ik gestresseerd ben, blijf dan maar vriendelijk afstand houden, zelfs wanneer de corona-crisis voorbij is. Maar wanneer ik me goed voel, wanneer ik onder vrienden ben, wanneer ik gewoon mezelf durf zijn, laat dan de knuffels maar komen. Hoe verbazingwekkend ook, vooral voor mezelf, ik mis ze.
En zo leer ik op mijn meditatiekussen weer wat meer grijs denken. En hoewel er gezegd wordt dat je de wereld moet kleuren in alle kleuren van de regenboog. Ik hou het graag op grijs. Grijs, in tegenstelling tot zwart-wit. Grijs is voor mij de kleur van mildheid. Van wederzijds respect. Van open naar de wereld en jezelf durven kijken.
Dus zodra de corona-crisis voorbij is, mijn lieve vrienden, wil ik knuffels krijgen.