Dat meest enge gevoel. ‘s Nachts opstaan wanneer het koud is. Gaan plassen en dan dat pijnlijke lege blaas effect. Steeds ben ik dan weer 4-5-6 jaar. Steeds opnieuw gekatapulteerd naar het misbruik. Steeds opnieuw dat absolute ‘blijf van mijn lijf’ gevoel. En vooral: steeds opnieuw de schaamte, de eenzaamheid en de kwetsbaarheid. Net op mijn (meditatie)kussen kwam al dat naar boven. En ik besloot: waar er nooit iemand voor dit kind geweest is. Nu zal ik er zijn. Nu mag dit kind veiligheid zoeken, bij mij, hier op dit kussen. Nu zal ik het omarmen met warmte en genegenheid. Nu is het kind niet alleen.
En daar zat ik dan. Zowel kind als volwassene. Zorgend voor dat kind in mezelf. De volwassene, 1 meter rechts van mij (als kind) en tegelijk mezelf omarmend met een zee van warmte en genegenheid.
Voor de eerste keer ooit mocht dit kind er zijn in al haar kwetsbaarheid. En hoe raar het ook mag klinken. Het kind was gelukkig. Eindelijk begrepen, eindelijk niet meer alleen.