Een moeder heeft het nooit gemakkelijk, maar soms vraag ik mij af of we gewoon wel iets goeds kunnen doen. Donderdagavond was Andrea moe van school en zat vroeg in bed. Vrijdagochtend wilde ik haar verrassen met pannenkoeken. Een goed ontbijt om weer fris naar school te gaan.
Zo gezegd, zo gedaan. Ik maakte verse pannenkoeken. Nu ben ik iemand die geloofd in een gezond ontbijt EN ik had zin om er een gezellig ontbijt van te maken. Ik maakte dus een mooi gezichtje van de pannenkoeken. Niets zo gemakkelijk als rozijntjes om een neus en mond te maken. Wat volgde was alles behalve een gezellig ontbijt. Mijn lieve dochter werd boos. Nu ja, boos? Ze tierde, sloeg en riep het Westerse halfrond bij elkaar. ‘Ik lust geen rozijnen!’ Volgens mij lust ze best rozijnen maar ik wilde niet moeilijk doen. Ik verving de rozijnen door druiven. Weer mis: ‘Ik lust geen druiven!’ Na ongeveer 20 minuten was mijn dochter voldoende gekalmeerd om te ontbijten en werd een compromis gemaakt dat drie druiven eten voldoende was. Dat beloofde voor de rest van de dag.
Mijn zoon vroeg om koude pannenkoeken mee naar school te nemen met een doosje rozijntjes. Prompt werd ik weer gelukkig en stelde voor om volkorenbloem te kopen zodat (volgende week) de pannenkoeken als middageten toch weer net wat meer energie geven gedurende de namiddag. Hij ging akkoord.
Vanmorgen kregen mijn twee kinderen een bord met volkorenpannenkoeken. Mijn zoon voegde zelf rozijnen toe. Mijn dochter begon (alweer) te tieren. ‘Mama, je weet dat ik graag rozijnen eet! Waarom krijg ik er geen? Ik wil rozijnen eten!’ Ik gaf dus rustig een doosje rozijntjes aan mijn dochter die de pannenkoek liet liggen en de rozijnen opat.
Volgens mij is het ingewikkeld in het hoofd van mijn dochter. Wat lust ik nu en wat eigenlijk niet? Voor haar een moeilijk dilemma want ze vergeet het zeer regelmatig. Voor mij zeker ook niet gemakkelijk. Het is altijd een gok of ze denkt dat ze iets lust of niet en hoeveel wilskracht er op dat moment in mijn dochter zit om dit duidelijk te maken. Gelukkig vertrouwt ze mij meestal goed genoeg om het besef te hebben dat ik niet zomaar eten maak dat ze niet lust. En heeft ze voldoende zelfvertrouwen om gewoon in een Franse colère te schieten wanneer ze niet zeker is.
Hannah Gadsby omschrijft zo mooi waarom haar moeder aandrong om ‘normaal’ te zijn en voor de wereld te verbergen dat ze autisme heeft en hoe de moeder er nu over denkt.
I knew you were going to have a difficult life. I wanted you to change because I knew the world wouldn’t. With that I made it worse.
Ik hoop een thuis te creëren waarin mijn kinderen zichzelf mogen zijn. Zichzelf mogen ontdekken en ontwikkelen in een sfeer van onvoorwaardelijke liefde. Dat mijn dochter het met de regelmaat van de klok aandurft om hysterisch te worden en de drama queen uit te hangen vind ik een goed teken aan de wand dat ze thuis zichzelf durft uiten zoals ze zich voelt. Van daaruit kunnen we bouwen aan oplossingen om de wereld voor haar draagbaar te maken.